De zorgvuldigheid waarmee Ank van Engelen wandelt – kijkend, voelend, ruikend en proevend – probeert zij tijdens het langzame, ambachtelijke werk te hervinden.
In haar werk resoneert de natuur, in de stoere staalsculpturen zijn organische vormen en natuurlijke elementen terug te vinden. Door het materiaal eindeloos te lassen en te slijpen, het als het ware te boetseren worden de staalsculpturen gevormd.